Wet Langdurige Zorg
De wet die de eigen bijdrage regelt bij opname in een instelling voor langdurige zorg heet de Wet langdurige zorg (WLZ). Deze wet is de opvolger van de AWBZ.
De eigen bijdrage is verdeeld in een lage eigen bijdrage en een hoge eigen bijdrage. De eerste 4 maanden van uw verblijf in de zorginstelling betaalt u de lage eigen bijdrage. Daarna betaalt u meestal de hoge eigen bijdrage. U blijft de lage eigen bijdrage betalen als u een partner heeft die nog thuis woont of indien u regelmatig kosten maakt voor de opvoeding van een kind dat jonger is dan 27 jaar. U betaalt de lage eigen bijdrage ook als u niet in een zorginstelling woont, maar op een andere manier zorg ontvangt (bijvoorbeeld thuiszorg).
Hoogte lage en hoge bijdrage
De lage eigen bijdrage is in 2023 maximaal € 1.052,20 per maand. De hoge eigen bijdrage is in 2024 maximaal € 2.887,40 per maand.
Uitgangspunt is dat – op wat zakgeld en geld voor noodzakelijke uitgaven na – uw hele inkomen naar de zorginstelling gaat. Daar bovenop betaalt u 4% over uw belastbare vermogen in box 3. Box 3 vermogen is bijvoorbeeld spaargeld, beleggingen en de waarde van een tweede (vakantie)woning.
Als u en uw partner allebei langer dan 4 maanden in de zorginstelling wonen, dan betaalt u samen één keer de hoge eigen bijdrage.
Op tijd in actie komen
De eigen bijdrage volgt uit het inkomen en vermogen dat u twee jaar voor de opname in de zorginstelling had. Het is dus zaak om tijdig in actie te komen!
Zelf eigen bijdrage berekenen
Wilt u weten hoe hoog uw eigen bijdrage of die van uw ouders zal zijn? Ga dan naar de website van het Centraal Administratie Kantoor (CAK). Daar vindt u een handige rekenhulp om de eigen bijdrage te berekenen. Klik hier: https://www.hetcak.nl/zelf-regelen/eigen-bijdrage-rekenhulp
Mogelijkheden eigen bijdrage verlagen
Er zijn verschillende mogelijkheden om uw vermogen en dus de eigen bijdrage te verlagen. Denk daarbij aan:
- Testament met een zogenaamde WLZ-clausule. Deze clausule regelt dat bij opname van uw partner in een zorginstelling na uw overlijden uw kinderen direct hun erfdeel krijgen. Zij hoeven niet te wachten, totdat uw partner is overleden en het erfdeel van de kinderen wellicht (deels) heeft moeten gebruiken om de eigen bijdrage te betalen.
- Testament waarbij de kleinkinderen net als de kinderen een bedrag krijgen op het moment dat uw partner na uw overlijden in de zorginstelling wordt opgenomen.
- Levenstestament. Met een levenstestament machtigt u één of meerdere personen om namens u te handelen in de situatie dat u zelf niet meer in staat bent om te handelen door ziekte of na een ongeval. Deze persoon kan uw woning verkopen als u opgenomen wordt in de zorginstelling en het duidelijk is dat u niet meer terug naar huis kunt keren. Uit de verkoopopbrengst kan deze persoon schenkingen doen of een erfdeel uitkeren om uw vermogen en dus de eigen bijdrage te verlagen.
- Schenken aan uw kinderen, kleinkinderen of anderen (eventueel pas te betalen na uw overlijden). Door te schenken verlaagt u uw vermogen en dus de eigen bijdrage. Belangrijk is om hier tijdig mee te starten.
- Erfdelen van de kinderen uitkeren. Na het overlijden van uw man of vrouw heeft u waarschijnlijk de beschikking over het hele vermogen gehouden. U hoeft de kinderen zolang u leeft hun erfdeel niet uit te keren. Dit is de zogenaamde ‘langstlevende-regeling’. Hoewel u het erfdeel aan de kinderen schuldig bent gebleven, kunt u deze schuld aan de kinderen niet opgeven in uw box 3 vermogen. Door het erfdeel nu al (deels) uit te keren, verlaagt u uw box 3 vermogen wel. Overweegt u het erfdeel uit te keren? Laat u dan vooraf door ons adviseren om zo een fiscale teleurstelling te voorkomen.
Meer informatie?
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met één van onze notarissen of kandidaat-notaris via info@kernnotarissen.nl of telefonisch 0341-41 71 14.