De Eerste Kamer heeft op 28 maart 2017 ingestemd met het initiatiefwetsvoorstel tot beperking van de wettelijke gemeenschap van goederen. Het wetsvoorstel beperkt de wettelijke gemeenschap van goederen en zal gaan gelden voor huwelijken gesloten na de inwerkingtreding.
In beginsel zullen giften en erfrechtelijke verkrijgingen voortaan niet meer in de gemeenschap van goederen vallen, ten huwelijk aangebrachte goederen en schulden die niet reeds gemeenschappelijk zijn van echtelieden evenmin. Goederen die al vóór het huwelijk aan de echtelieden gezamenlijk toebehoorden, vallen dus wel in de nieuwe beperkte gemeenschap, zo ook de schulden die daarop betrekking hebben.
Het wetsvoorstel introduceert voorts een belangrijk nieuw vergoedingsrecht van de ondernemer aan de beperkte gemeenschap indien een onderneming tot zijn privévermogen behoort (art. 1:95a BW).
Daarnaast brengt het voorstel wijzigingen op het gebied van schuldenverhaal door privéschuldeisers, de draagplicht voor schulden in geval van ontbinding van de gemeenschap, alsmede een wijziging van het terugnemingsrecht indien een echtgenoot failleert.
Om een scheiding aan te brengen in de vermogens, is het belangrijk een goede administratie bij te houden.
Gevolgen in de praktijk
De wet wordt op 1 januari 2018 ingevoerd. Er is dus voldoende tijd voor voorlichting aan (aanstaande) echtgenoten.
Kern notarissen zal in de periode daar naar toe een aantal voorlichtingsbijeenkomsten organiseren. Data en locaties zullen te zijner tijd bekend gemaakt worden.